Gedicht 32

Fotografie© Dianne van Wijnen Gedicht© Marita van Steensel-Kraamer Wat ben je mooi! Lief kind, van God gekregen, zo'n liefdevolle zegen, zo onvoorstelbaar groot! Maar klein op mama's schoot... Jij bent een prachtig wonder,  Uniek en heel bijzonder!  Door God, zo teer en zacht verbazend voortgebracht.  Ik smelt, blijf naar je kijken... Op wie vind ik jou lijken?! Ik kan jou niet weerstaan als je oogjes open gaan.... Je bent met 'Down' geboren, dat zal steeds bij je horen. Al geeft dat zorgen, jij bent waardevol voor mij! Een toekomst vol van vragen, maar God zal helpen dragen! Jij, kleine hartendief: Zó mooi! En ook zó lief... Marita van Steensel-Kraamer